Q & A – Hoe bereken ik het aantal BHV’ers?

 

De norm van 1 BHV-er op 50 werknemers is met de Arbowet 2007 verdwenen. Het is meer maatwerk geworden. Het hangt af van de grootte van het bedrijf, de specifieke risico’s, de aard en ligging van het bedrijf en de aanwezige werknemers.

 
Op basis van de RI&E zal de werkgever het juiste aantal BHV-ers moeten vaststellen. Uit de RI&E blijkt wat de restrisico’s in het bedrijf zijn. De BHV-er is er om de restrisico’s die niet kunnen worden voorkomen, af te dekken. Het gaat om ongevallen, branden en het evacueren van medewerkers.
 
Er zullen voldoende BHV-ers aangewezen en opgeleid moeten worden zodat, rekening houdend met ziekte, vakanties of ploegendienst er altijd BHV aanwezig is. Als een bedrijf uit verschillende afdelingen bestaat, is het aan te raden dat de BHV-ers verspreid werken over het bedrijf en/of verschillende etages.
 
In kleine bedrijven mag de werkgever de BHV-taken zelf uitvoeren. Bij afwezigheid van de werkgever moet er een vervanger zijn die de BHV-taken kan overnemen. Veel kleine MKB-bedrijven hebben maar één BHV-er. De wet schrijft echter voor dat er altijd voldoende BHV-ers aanwezig moeten zijn die snel in actie kunnen komen. Dit betekent dat er voldoende BHV-ers moeten zijn om ziekte, verlof en vakantie op te vangen.